De Speciaal Economische Zones
De nieuwe politiek: socialisme met Chinese karakteristieken, betekende nog steeds een sterke centrale overheid, vijfjarenplannen, en een sterke staatssector en vergaande inmenging van de CCP. Echter, privébezit en buitenlandse investeringen werden toegestaan, importheffingen werden verlaagd en er kwamen Speciale Economische Zones (Special Economic Zone, of SEZ) langs de oostkust, in grote steden, en later in het binnenland.
In de SEZ’s worden extra gunstige voorwaarden geboden voor de buitenlandse handel en investeringen. Denk aan belastingvoordelen en meer zeggenschap, onafhankelijker van de centrale overheid. In 1979 werden de eerste vier zones opgericht: Xiamen, Shenzhen, Zhuhai en Shantou. De zones kenden al snel een enorme bevolkingsgroei. Door het succes besloot de regering om in 1984 nog 14 nieuwe zones op te richten, de zogenaamde ‘Open Steden’. Deze steden waren aan de oostkust van China gelegen, en waren niet toevallig de steden waar in het verleden aan buitenlandse mogendheden concessies verleend waren.