Sport in het oude China
Door de eeuwen heen werden allerlei takken van sport in China beoefend. We weten dat in de Lente en Herfst Periode en de Tijd van de Strijdende Staten (samen 770-221 v. Chr.) sporten als zwaardvechten en touhu – het gooien van pijlen in wijnkaraffen – beoefend werden. In de Han-dynastie (206 v.Chr. – 220 n.Chr.) werd cuju gespeeld (een soort voetbal, officieel erkend door de FIFA als de eerste vorm van voetbal) en kenden ze al acrobatiek. Tijdens de Tang-dynastie (618-907) was een vorm van polo – jiju – populair en gedurende de Qing-dynastie (1644-1911): bingxi – spelletjes op het ijs. Jagen was altijd al een geliefde sport voor de welgestelden
Je kan zeggen dat deze sporten wedstrijd- of spelgericht zijn. Natuurlijk waren er ook allerlei militaire trainingen die onder de term ‘sport’ vallen, zoals boogschieten, wagenmennen, paardrijden, worstelen, lange afstandslopen, zwemmen en wushu (vechtsport of kungfu).
De link tussen sport en gezondheid is duidelijk, en het wekt geen verbazing dat de Chinese cultuur, die zoveel waarde hecht aan gezondheid, ook allerlei vormen van ‘fitness’ kent. Denk aan daoyi, een soort ademhalingstechniek, wuxingxi: allerlei gymnastiekvormen, qigong: bewegingen en ademhalen voor een goede qi (energie) stroming.